English below
Ik herinner me dat ik me ergens in de loop van het najaar in 2020 afvroeg hoe mensen zich voelen op het moment dat een klimaatverandering of een milieuprobleem zodanig groot wordt dat je het niet meer weg kan kijken en je tegelijk weet, beseft, doorkrijgt dat je leven nu, niet morgen of overmorgen maar echt, ja echt, nu, vandaag, nooit meer hetzelfde zal zijn als daarvoor. Die vraag kwam in me op toen ik hoorde over steeds terugkerende overstromingen in de kuststreek Beira in Mozambique door orkanen die frequenter dan daarvoor dat gebied de afgelopen jaren getroffen heeft. Een heel gebied stond bijna continu onder water. Landbouw leek daar geen toekomst meer te hebben. “De schade van het jaarlijkse orkaanseizoen is gewoon te groot geworden om steeds weer te herstellen”, concludeerde de VN.

Ik zag de beelden en was aangedaan, en ik was er nog niet eens bij geweest. Ik kende er ook niemand. Maar ergens in die periode ontstond daardoor mijn interesse voor de relatie tussen de mens en zijn natuurlijke omgeving, meer bepaald wanneer je weet dat er omwille van verandering in die natuurlijke omgeving die eerst tijdelijk lijkt en dan permanent wordt, er ook iets met jou gebeurt en in je relatie tot die omgeving, als je bijvoorbeeld weet dat je verdere leven nooit meer hetzelfde zal zijn, als gevolg van een omgevingsverandering zoals door het klimaat, of bijvoorbeeld door een bepaald milieuprobleem. Neem bijvoorbeeld Tsjernobyl. Iedereen kent de beelden van op TV, van desolate flatgebouwen, lege kamers waarin het stof van de jaren zich opgehoopt heeft, verlaten parken, vergiftigde natuur. Wat doet het met mensen die te horen krijgen dat ze wegens een milieuramp plots hun thuis verliezen, of te weten komen dat hun thuis gebouwd is op een gifbelt? Dat ze geen groenten meer mogen verbouwen in een tuin waaruit ze de afgelopen tien jaar gegeten hebben? Die hun huis zien meegesleurd worden door een woest geworden rivier? Ben je kwaad op de rivier? Op het gif in je tuin? Op je medemens die dit veroorzaakte? Of op jezelf omdat je op die plek bent gaan wonen? Op je eigen onwetendheid? Op de maatschappij? Voel je je machteloos?

Hoe verhoudt de mens zich tot zijn natuurlijke omgeving en welke gevoelens brengt dit teweeg? Kan je je mentaal voorbereiden, of leren omgaan, psychologisch, op zoiets als een klimaatverandering, op iets dat verandert in je natuurlijke omgeving dat zo ingrijpend is dat je leven voor altijd zal veranderen? Ik stelde me die vraag in dat coronanajaar van 2020 – misschien ook onder invloed van de tweede semi-lockdown dat jaar – niet enkel over anderen, maar ook over hoe ikzelf beter zou kunnen omgaan met mijn eigen pijn. Ik woon niet op een gifbelt, tenminste geen acute, en wateroverlast blijft hier voorlopig ook nog achterwege, tenminste als de algemene temperatuurstijging niet te hoog wordt. Maar er zijn andere dingen waar ik van wakker lag. Die een innerlijke pijn veroorzaken, bij het zien van beelden over bijvoorbeeld verloren gegane bossen in naam van de economische vooruitgang, bij het horen hoeveel minder bijen er tegenwoordig nog maar rondvliegen, bij het lezen over gletsjers die zienderogen wegsmelten voor altijd. Ik rouw zelf ook, ook al is mijn pijn wat abstracter en meer algemeen, door wat de mens, wat wij, en dus ook ik, in onze natuurlijke omgeving teweegbrengen. Voor het verlies van een toekomst zoals wij die, in ons verleden, nog gekend hebben. Maar ook die pijn is wel degelijk voelbaar in mij, en het voelt alsof ik elke dag iets voor altijd kwijt ben, een abstract en tegelijk zo ontzettend tastbaar verlies.
Naast die pijn voel ik zelf ook angst. Angst, omdat ik het gevoel heb dat er nog zo ontzettend veel mensen vandaag nog altijd doen of ze leven in dezelfde wereld als gisteren. Een wereld die in sneltempo aan het verdwijnen is maar het lijkt of veel mensen dit nog steeds niet willen zien.

Dit doet me denken aan die arme kikker in een pot water die zo langzaam naar zijn kookpunt wordt gebracht dat hij niet doorheeft dat hij in feite stilletjes levend wordt gekookt. De kikker gaat dood voor hij doorheeft dat hij beter uit de pot had gesprongen. We kennen allemaal dat verhaal.
Ik heb het idee dat we met zijn allen in die kookpot zitten die op het vuur staat. Een aantal mensen springen eruit en doen vanalles om het vuur lager of uit te krijgen zonder dat dit vooralsnog goed lukt. Anderen zetten het vuur zelfs nog wat hoger om het sneller vooruit te laten gaan. En anderen blijven lekker in die pot zitten zonder iets te doen. Lange tijd behoorde ik tot die laatste groep, zonder dat ik eigenlijk doorhad dat ik in die pot zat, net als die kikker. Maar dat is ondertussen voorbij. Mijn leven is voorgoed veranderd vanaf het moment dat ik doorkreeg dat ik in die kookpot zat. Ik probeer nu, samen met anderen, het vuur mee lager te draaien voor het water aan het kookpunt komt. Vaak met de moed der wanhoop, en soms ook hoopvol.
I remember wondering somewhere in the autumn of 2020 how people feel when a climate change or an environmental problem becomes so big that you can no longer look away from it and at the same time you know, you realise, you get the message that your life now, not tomorrow or the day after, but really, yes really, now, today, will never be the same as before.
That question came to mind when I heard about recurring floods in the coastal region of Beira in Mozambique caused by hurricanes that hit that area more frequently than before in recent years. An entire area was almost continuously under water. Agriculture seemed to have no future there anymore. “The damage caused by the annual hurricane season has simply become too great to repair all the time”, the UN concluded.

I saw the images and was touched, and I had not even been there. I did not know anyone there either. But somewhere in that period, it sparked my interest in the relationship between human kind and its natural environment, more specifically when you realize yourself that – because of changes in that natural environment, which at first seems temporary and then becomes permanent – something also happens to you and in your relationship to that environment. You know that the rest of your life will never be the same again, as a result of changes in the environment such as e.g. climate change, or because of a particular environmental problem. Take Chernobyl, for example. Everyone knows the images from TV, of desolate apartment buildings, empty rooms in which the dust of the years has accumulated, deserted parks, poisoned nature. What did it do to people who heard that they suddenly lost their homes there because of an environmental disaster, or if you find out that your home is built on a poisonous slope? That you are not longer allowed to grow vegetables in a garden from which you have been eating for the past ten years? Or when see your home swept away by a raging river? Are you angry at the river? At the poison in your garden? At your fellow human who caused it? Or at yourself for living in that place? At your own ignorance? At society? Do you feel powerless?

How do people relate to their natural environment and what feelings does this bring about? Can you prepare yourself mentally, or learn to cope psychologically, with something like climate change, with something that changes in your natural environment so dramatically that it changes your life forever? I asked myself that question in that covid year in the autumn of 2020 – perhaps also influenced by the second semi-lockdown that year – not just about others, but also about how I could better deal with my own pain. I don’t live on a poisonous landfill, at least not an acute one, and flooding won’t happen here for a while, at least if the general temperature rise doesn’t get too high. But there are other things that have kept me awake. That cause me inner pain, when I see images of forests lost in the name of economic progress, for example, when I hear how many fewer bees there are flying around these days, when I read about glaciers that are melting away forever. I myself also mourn, even if my pain is more abstract and general, about what humans, what we, and therefore I, bring into our natural environment. For the loss of a future as we have known it in our past. But this pain is also palpable in me, and it feels as if I am losing something forever, an abstract and at the same time so terribly tangible loss, every day.
Besides that pain, I also feel fear. Fear, because I have the feeling that so many people today still act as if they live in the same world as yesterday. A world that is rapidly disappearing, but it seems that many people still do not want to see this.
This reminds me of the poor frog in a pot of water that is brought to the boil so slowly that he does not realise that he is in fact being quietly boiled alive. The frog dies before he realises that he should have jumped out of the pot. We all know that story.

I have the idea that we are all in that cooking pot on the fire. Some people jump out and do all sorts of things to get the fire lowered or turned off. Others even put the fire a bit higher to make it go faster. And others stay in the pot without doing anything. For a long time, I belonged to the latter group, without actually realising that I was in that pot, just like that frog. But that is now over. My life changed forever from the moment I realised I was in that pot. I now try, together with others, to turn down the heat before the water reaches its boiling point. Often with the courage of despair, and sometimes filled with hope.